Hier is Mijn dienaar, hem zal Ik steunen, hij is Mijn uitverkorene, in hem vind Ik vreugde, Ik heb hem met Mijn geest vervuld. Hij zal alle volken het recht doen kennen. Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet, hij roept niet luidkeels in het openbaar; het geknakte riet breekt hij niet af, de kwijnende vlam zal hij niet doven. Het recht zal hij zuiver doen kennen. Ongebroken en vol vuur zal hij het recht op aarde vestigen; de eilanden zien naar zijn onderricht uit.
Dit zegt God, de HEER, die de hemel heeft geschapen en uitgespannen, die de aarde heeft uitgehamerd met alles wat zij voortbrengt, die de mensen op aarde levensadem geeft, en levensgeest aan allen die daar verkeren:
In gerechtigheid heb Ik, de HEER, jou geroepen. Ik zal je bij de hand nemen en je behoeden, Ik neem je in dienst voor Mijn verbond met de mensen en maak je tot een licht voor alle volken, om blinden de ogen te openen, om gevangenen te bevrijden uit de kerker, wie in het duister zitten uit de gevangenis. Ik ben de HEER, dat is Mijn naam. Ik deel Mijn majesteit niet met een ander, noch de lof die Mij toekomt met een beeld. Wat eertijds werd voorzegd, is nu vervuld en Ik kondig jullie nieuwe dingen aan, nog voor ze ontkiemen zal Ik ze openbaren.
Zing voor de HEER een nieuw lied, laat Zijn lof klinken van de einden der aarde, jullie die de zee bevaren, en alles wat leeft in zee, jullie, eilanden, en allen die daarop wonen. Laat de woestijn en zijn steden hun stem verheffen, de tentenkampen waar de stam Kedar leeft; laat de rotsbewoners uitbarsten in gejuich, luidkeels roepen vanaf de toppen van de bergen. Laten zij de HEER hulde bewijzen en Zijn lof verkondigen op de eilanden.
De HEER zal optrekken als een krijgsheld, als een aanvoerder wakkert Hij de strijdlust aan. Hij blaast alarm, Hij slaakt een strijdkreet. Heldhaftig verslaat Hij Zijn vijanden.